Ga naar inhoud
MAP

Jaagpaden: even lekker onthaasten en genieten van het buitenleven

Ken je ze? Die mooie smalle paadjes naast de waterwegen? Het zijn jaagpaden, ook wel een trekweg of een trekpad genoemd. In Zuidwest Friesland vind je er nog een aantal. De meeste zijn zelfs bewaard gebleven en vrij toegankelijk. De voormalige jaagpaden zijn veelal verhard tot fiets- of wandelpad. Anders dan de naam doet vermoeden, voel jij je op een jaagpad verre van opgejaagd. Sterker nog, de paadjes langs de waterwegen in Zuidwest Friesland zijn juist dé plek om even lekker te onthaasten en te genieten van het buitenleven.

Wat zijn jaagpaden?

Jaagpaden zijn een heel typisch verschijnsel uit de zeventiende eeuw. Het is logisch dat deze paden ook in Zuidwest Friesland werden aangelegd, want het heet hier niet voor niets Waterland van Friesland. En met water hebben de jaagpaden altijd te maken. Waarschijnlijk heb je nu al een heel goed idee waarvoor de jaagpaden in Friesland ooit voor dienden. De mooie, smalle paadjes langs de waterwegen waren bedoeld om schepen vooruit te trekken. Dit noemde je in die tijd ‘jagen’. Het waren de snelwegen van die tijd.

Jagenpaden gebruikt bij ongunstige wind

Waarom zou je een schip gaan voorttrekken, vraag je je vast af. Dat gebeurde in eerste instantie ook alleen bij ongunstige wind en tegenstroom. Zeilen had bij die weersomstandigheden natuurlijk geen zin. Lopen over de jaagpaden en het schip zo meenemen, was in die gevallen de enige oplossing. Of stilliggen, maar dat betekende natuurlijk verlies van inkomsten. Het jagen van schepen werd al gedaan door de Romeinen. Het verschijnsel ‘jagen’ werd nog bekender met de opkomst van de trekschuit in de 17de eeuw. Voor deze boten werden zelfs speciale trekvaarten aangelegd. Een trekschuit had ook geen zeil meer. Je kon dit vervoersmiddel alleen voortbewegen door deze vooruit te trekken vanaf de daarvoor speciaal aangelegde jaagpaden naast het water.

Rechthoekige plaat met voorstelling van een trekschuit.

Jagen: met paard of louter spierkracht

Dat trekken werd gedaan met een paard en een begeleider, ook wel ‘het Jagertje’ geheten. Soms kwam er helemaal geen paard aan te pas en waren het mensen, bijvoorbeeld de knechten, die met hun spierkracht het schip wisten voort te trekken. Ze deden dat met behulp van een tuigje. Ze liepen zoals je dat in het Fries zegt ‘yn ’e beage’, in een trekzeel. Dit is een brede band die rond het lichaam werd gedragen en waarmee het schip wordt voortgetrokken.

Prent van een trekschuit, aquatint.

Openbaar vervoer langs de jaagpaden

In het waterrijke Zuidwest Friesland werd de inzet van trekschuiten steeds belangrijker, want de waterwegen in Waterland van Friesland waren eigenlijk dé snelwegen. Je over het land voortbewegen was een stuk lastiger en soms zelfs onmogelijk. Het land was daarvoor simpelweg té zompig. De trekschuit werd om die reden steeds populairder. Niet alleen om vrachten te vervoeren, maar ook als openbaar vervoersmiddel. De plaatselijke overheden regelden zelfs dat er vaste vertrektijden kwamen. Doordat de trekschuit met elk weertype voer, was niemand afhankelijk van voor- of tegenwind. Het vertrek was altijd op tijd en je kwam gegarandeerd op tijd aan.

Steeds meer vervoerslijnen, steeds meer jaagpaden

De eerste trekschuit in Noord-Nederland ging op 29 maart 1646 in de vaart. Deze ging heen en weer tussen de Elfsteden Harlingen en Leeuwarden. De weg naast de Harlingervaart in Leeuwarden draagt daardoor nog altijd de naam Harlingertrekweg. Het succes van deze route was zo groot dat er vraag kwam naar meer lijndiensten tussen de Friese steden. Omdat er al een groot netwerk van waterwegen was, konden deze routes snel worden ingezet. In 1647 voer er ook een trekschuit tussen Leeuwarden en Dokkum. In 1648 opende de route Leeuwarden-Bolsward die een jaar later werd verlengd naar Workum. In 1648 ging er een trekschuit varen tussen Leeuwarden en Hallum en jaren later, in 1656, ging er zelfs een trekschuit naar Groningen: de lijn Dokkum-Stroobos-Groningen. Daardoor kon er ook tussen de twee provincies worden gereisd. Tussen Sneek en Leeuwarden voer vanaf 1691 een trekschuit. Daarmee kwamen er steeds meer jaagpaden in Friesland.

route trekpaarden kaartje

Jaagpaden zorgden voor perfect geregeld vervoer

Wie van Workum naar Leeuwarden wilde reizen, ging eerst met de trekschuit naar Bolsward. Daar kon worden overgestapt op de trekschuit naar Leeuwarden. Dit soort openbaar vervoer was in die tijd heel revolutionair. Mensen uit het buitenland die door Friesland reisden, waren in hun reisverslagen vol lof over de perfecte manier waarop het vervoer over water was geregeld. De trekschuit werd ook zeer gewaardeerd als ontmoetingsplaats. Aan boord werden spelletjes gedaan, de krant gelezen, een pijp gerookt, geroddeld én geslapen. Pas eind 19de eeuw werd de trekschuit vervangen door stoomboot, de trein en later de auto.

In het reisboek van de Frans-Britse Schrijver Maximilien Misson uit 1698 staat:
"De boten worden door paarden getrokken en varen op vaste tijden. Je zit er zo stil in, alsof je thuis zit. Je bent beschermd tegen regen en wind. Je kunt van de ene stad naar de andere gaan, bijna zonder het gevoel te hebben dat je van huis bent".

Jagenpaden niet overal verdwenen

De jaagpaden verloren daardoor eind 19de eeuw steeds meer aan betekenis. Toch verdwenen ze niet overal. Een groot aantal jaagpaden is zelf openbaar toegankelijk. Ze worden nu veel gebruikt door wandelaars en fietsers. Ook voor de openbare diensten die aan de dijken en waterwegen werken, zijn de jaagpaden erg handig. Je komt overal en er zijn eigenlijk nergens obstakels. Dat komt doordat er vroeger een touw tussen de trekkers of het paard en de boot zat. Daardoor konden er geen bomen langs de waterkant staan. Ook stonden er in het water geen palen om bijvoorbeeld je boot aan te leggen. Het touw mocht nergens door worden gehinderd. De bruggetjes over zijkanalen werden voorzien van een lagere en gladde leuning. Daaroverheen kon het sleeptouw makkelijker glijden. Bij bochten stonden rollenpalen of jaagpalen waarlangs de treklijn van schepen kon worden getrokken. Op kruispunten waren bruggen waar de paarden van jaagpad konden wisselen.

Mooi jaagpad bij Tjerkwerd

Vandaag de dag kun je nog steeds over de jaagpaden reizen. In veel gevallen zijn de jaagpaden verhard en rijd je er nu over met de auto, of de fiets. De onverharde jaagpaden, zoals ze er voorheen uit hebben gezien, zijn geschikt voor wandelaars. Een heel mooi jaagpad om langs te fietsen of te wandelen is het jaagpad bij Tjerkwerd langs de Workumertrekvaart. Deze trekvaart ligt tussen de Elfsteden Workum en Bolsward. In de zomer is dit een gezellige vaarweg met boten in alle soorten en maten: riante kruisers, kleine zeilbootjes, fraaie sloepen, antieke salonkruisers, sub boards en rubberboten. In de herfst en winter is het een stuk rustiger, maar altijd nog even mooi. Elk seizoen biedt vanaf het jaagpad een prachtig vergezicht. Geniet van het uitgestrekt landschap en de verre horizon. Je kunt hier heerlijk uitwaaien en je hoofd leegmaken.

Wandel- en fietsroutes langs een van de mooiste jaagpaden

Zoals gezegd fiets of wandel je op een jaagpad direct langs het water. Het jaagpad bij Tjerkwerd is onderdeel van de fietsroute ‘Lytse Marren’. Deze route is 44 kilometer lang en voert je mee door de Friese weilanden, over het jaagpad langs de Warkumer Trekfeart en langs meren en dorpjes. Ben je meer een wandelaar? De Kuiertocht Tjerkwerd’ is zes kilometer lang. Vanuit Tjerkwerd wandel je over de oude trekweg langs de vaart. Via de deels onverharde Krabbendijk loop je weer terug het startpunt. En stel je daarbij dan eens voor dat je een heel groot deel van je wandeling in een trekzeel loopt en een schip voorttrekt. Eerlijk: daar moet je toch niet aan denken? Wat een zwaar werk moet dat zijn geweest. Gelukkig hoef je nu niet te jagen en kun je juist heerlijk onthaasten. Wat nou jaagpad? Het is nu een ontspanpad!

Fiets de Lytse Marren fietstocht

Fiets- en wandelroutes langs jaagpaden

Zoek & boek

Reisgezelschap

Schijf je in voor onze nieuwsbrief.

Ontvang tips, de evenementenkalender en aanbiedingen van VVV Waterland van Friesland.