Dit punt is onderdeel van de route 'It Paad Werom Terherne'. Bekijk hier de hele route. Deze route start bij het grote parkeerterrein in het dorp, Koailan 2.
Ja, daar ben ik weer. Als het goed is sta je nu op de T-splitsing in het dorp, met de rug naar de supermarkt. Kijk maar eens rustig om je heen. Je ziet een voor dorpsbegrippen ‘druk’ kruispunt. De weg richting de sluis en de pier ligt recht voor je. De weg naar links gaat verder het dorp en ‘de buorren' in. En nu wordt het interessant. Ik ga je uitdagen.
We gaan naar het jaar 1870. Een tijd van ‘koemelkers’ en schippers. En een tijd van armoede. Deze plek, in het centrum van het dorp, wordt niet bepaald door het knooppunt van wegen zoals dat in de 21e eeuw het geval is, maar door vaarroutes. Ja je hoort het goed. De weg links van je, verder het dorp in en de weg voor je, richting ijsbaan, is vaarwater en heet ‘t Far.
De supermarkt is ook in deze tijd al een dorpswinkel en eigendom van de beurtschipper. Aan de overkant zie je een boerderij. Later zal dit de Kameleonboerderij worden. Nu is het nog één van de grootste boerenbedrijven die hier aan het water ligt. En dan rechts die boerderij, aan de andere kant van het water, daar zie je een rij schippershuizen.
Tsja! Het wonder van tijd! De wegen van de 21e eeuw zijn een illusie als je het de schippers uit 1870 vraagt en de vaarroutes net zo goed, als je een moderne toerist de dezelfde vraag zou stellen. Duizelt het je al? Steek maar over, we lopen over het water richting de ijsbaan. Kijk goed uit, het kan hier druk zijn. Vóór de fitnesstoestellen zie je een grindpad naar links. Hier gaan we op.
Het gebied rondom de ijsbaan is louter weiland met slootjes tot aan 1990. Op dat moment het grootste en beste stuk weiland van Terherne. Er lopen zo’n zestig koeien te grazen. Later zal dit land plaatsmaken voor water en worden er 250 woningen gebouwd, voornamelijk om te recreëren. Ik zal je eerlijk zeggen, dit is voor mij als voormalig boer en hoeder van Terherne maar moeilijk te bevatten.
Ook wordt de oude ijsbaan hierheen verplaatst, De Terhernster schippers zijn de beste schaatsers dus dat snap ik dan nog wel.
Na de ijsbaan gaan we linksaf, en lopen we zo’n 30 meter verder, totdat je links van je weer een grindpad ziet. ’t Efterom, staat op het bordje. Loop dit grindpad op. Loop maar door zover je nu kunt zien, en dan net de bocht door. Je ziet daar straks aan je linkerhand een grote hoge pastoriewoning, met een tuin en knotwilgen. Wacht daar maar even.
We zijn nog steeds in 1870. We staan hier voor de Kosterswoning, die tegen de achterkant van de Vermaningkerk is gebouwd. De mensen zijn arm. Het is een tijd van hard werken voor weinig geld. Dit geldt voor koemelkers en schippers. Ook hier is alleen grasland, omringd met water. Meer en meer schippers gaan failliet en de anderen moeten steeds verder en langer weg om handel te kunnen drijven vanwege aanhoudende concurrentie. Ze komen zelfs in Zeeland en Antwerpen terecht. Ook de koemelkers hebben het zwaar. Door de komst van melkfabrieken, komen er steeds meer koemelkers en daardoor zijn de verdiensten laag en de landpacht hoog. En tel daar dan nog de veepest bij op. Het is zelfs zo erg, dat een enkeling zichzelf verdrinkt nadat hij wordt betrapt bij het aanlengen van z’n melk met water!
Maar in dit kerkje en in deze woning brandt licht. Het is de kerk waar Dominee Dornseiffen predikt. Dornseiffen is een man zonder kinderen, maar in zijn hart is hij een echte familieman. Een weldoener. Hij betekent veel voor de schippersfamilies en hun kinderen en draagt ze een warm hart toe. Zo zorgt hij voor een systeem waardoor de kinderen naar school gaan als hun ouders weg zijn en in eigen dorp bij familie terecht kunnen. Een deel van de schoolgelden worden aan de families betaald, zodat zij de kinderen ondanks de armoede in huis kunnen nemen en in de warmte van een gezin kunnen opvangen.
Als je goed kijkt, zie je onder deze kerk een kelder. Hier mochten de schippers hun aardappelen opslaan in de winter, zodat ook zij ze vorstvrij konden bewaren.
Kom, we lopen verder dit dijkje over. Aan het einde van het schelpenpad stoppen we even. Daar vertel ik je een ander verhaal en zal je merken in wat voor rauwe en indrukwekkende tijd we ons bevinden.
Dit punt is onderdeel van de route 'It Paad Werom Terherne'. Klik hier om terug te gaan naar de route. Deze route start bij het grote parkeerterrein in het dorp, Koailan 2.
De strijd om Wons, Witmarsum, Zurich, Kornwerd en Pingjum
De strijd om Wons, Witmarsum, Zurich, Kornwerd en Pingjum
Op 16 april was het grootste deel van Friesland bevrijd. Maar enkele belangrijke doelen van de Canadezen waren nog niet bereikt. Zij wilden zo snel mogelijk de Friese havens en de Kop van de Afsluitdijk op de Duitse bezetter veroveren. Maar daarvoor moest nog wel hard gevochten worden. Zowel de havens als de Afsluitdijk werden door Duitse militairen gebruikt om te ontkomen naar Noord-Holland.
Om de Kop van de Afsluitdijk in handen te krijgen moesten eerst de Duitse troepen uit Harlingen worden verjaagd. Op 16 april werd die taak toebedeeld aan de Highland Light Infantry of Canada. Ondersteund door o.a. de tanks van de Sherbooke Fusiliers en de Royal Canadian Artillery gingen zij ’s avonds in de aanval en slaagden erin om de volgende ochtend Harlingen volledig te bevrijden.
Maar er zaten ook nog grote groepen Duitse militairen in de dorpen Makkum, WItmarsum, Wons, Zurich, Kornwerd en Pingjum. En ook die vormden een bedreiging als het offensief richting de Afsluitdijk zou worden ingezet. De Canadezen richtten hun aandacht daarom in eerste instantie op deze dorpen. En zo werden zij net als in de meidagen van 1940 opnieuw het toneel van gevechten.
De infanterie van de Queens Own Rifles of Canada zette samen met een aantal tanks van de Sherbrooke Fusiliers op 16 april de aanval in op Wons. De Duitsers lokten hen in een hinderlaag bij Hayum. Als gevolg daarvan kwamen zes militairen van de Queens Own Rifles om het leven. Toch wisten de Queens Own Rifles, gesteund door de Sherman tanks van de Sherbrooke Fusiliers, later op de dag Witmarsum, Hayum en Wons te bevrijden. Door beschietingen vielen in het Wons drie burgerdoden. Net na middernacht trokken de Queens Own Rifles ook Kornwerd binnen. En later die 17e april werden ook Zurich en Pingjum bevrijd. De strijd bij Pingjum was hevig. Door inzet van artillerie was een groot deel van het dorp in puin geschoten. Daarbij lieten zes inwoners het leven.
Nadat de infanterie van het North Shore Regiment Heerenveen en Bolsward was gepasseerd werd het samen met een eenheid van het Machinegun Battalion Cameron Highlanders of Ottawa naar de omgeving Makkum overgebracht. Op 18 april gingen zij samen met tanks van de Sherbrooke Fusiliers in de aanval. De Canadese artillerie beschoot Duitse posities en enkele wegversperringen. Aan het begin van de avond was Makkum als één van de laatste dorpen in Friesland bevrijd. Zeven inwoners van het dorp kwamen bij de gevechten om het leven waaronder drie evacués. Net als elders in Friesland werden de Canadezen geholpen door verzetslieden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.). Bij Makkum vielen onder hen meerdere slachtoffers. Op 16 april kwamen Schelte Bruinsma en Simon Sipma om het leven door een aanval op een boerderij waarin Duitsers verschanst zaten. De volgende dag probeerde een andere groep een brug onder Makkum te bezetten. De Duitsers kregen hen echter in de gaten en in het daaropvolgende vuurgevecht sneuvelden Rinnert Anema, Roelof van der Meer en Hendrik Postma.
Nu Makkum, Wons, Zurich, Kornwerd en Pingjum bevrijd waren, maakten de Canadezen zich klaar voor de laatste aanval in Friesland, de aanval op de Kop van de Afsluitdijk.
Hayum
Soal Beach Resort - Strandstudio type D | 2 persoons