Sunday 15 April 1945, Friesland's official liberation day, was also the day Sneek welcomed the Canadian liberation forces. It had been an exciting day, and the Dutch Domestic Armed Forces (NBS) had fought quite a battle with the occupiers.
A day earlier, German troops had begun to withdraw from Sneek and the NBS had tried to hinder their retreat along the Leeuwarderweg as much as possible. Until a column of German parachute troops had entered the fray and forced the NBS to retreat.
The Waag building in the middle of the city centre was used as a weapons cache by the occupying forces during the war. To prevent it from falling into Allied hands, the fleeing troops set it on fire at around three o'clock on Sunday. Loud explosions and bangs resounded throughout the city for half an hour.
Once the enemy had left the city, the NBS operatives gathered at the HBS school for instructions and the distribution of weapons and armbands. They went into the city to round up traitors. Then, rumour had it that hundreds of German soldiers were on their way to Sneek from Lemmer. Immediately, fortifications were built at the Water gate.
Canadian units were alerted. They were now in possession of the latest defence plans for Sneek thanks to NBS intelligence and were advancing from Joure towards the town.
In the evening around half past seven, the first patrol of the Canadian infantry battalion Le régiment De La Chaudière rode into town with flame-throwers and machine guns. The German troops stayed away, and the full Canadian battalion followed.
Sneek was liberated, but freedom was not yet guaranteed as German troops tried to escape via the Afsluitdijk towards Friesland. The Canadian Regiment of the Queens Own Rifles moved through Sneek to the Afsluitdijk and fiercely fought at Wons. Six Canadian soldiers were killed. They were temporarily buried at Sneek General Cemetery. In 1946, they were reburied at the Canadian Field of Honour in Holten.
Canadian guests While waiting to return to their homeland, hundreds of Canadian soldiers were lodged with families in Sneek for about five months. On 1 June, the Perth Regiment arrived in the town, which they temporarily renamed Stratford. They were involved in the liberation of Groningen. A committee was set up to entertain the soldiers with various activities. From dances to sailing competitions and special church services.
Cordial ties developed between the liberators and the people of Sneek. And sometimes more than that. For Gordon C. Compton and Atty Bouma, one could even speak of "love at first sight". When the last soldiers return home at the end of November, Gordon decided to stay in the Netherlands. On 9 May 1946, he married Atty in Sneek. Not long after, Gordon and his "war bride" left for Canada.
Several monuments in the city recall the special bond with the Canadian military, which remains very close to this day.
Dit punt is onderdeel van de route 'It Paad Werom Terherne'. Bekijk hier de hele route. Deze route start bij het grote parkeerterrein in het dorp, Koailan 2.
Voor je ligt de oude helling (de scheepswerf) van Terherne. En het prachtige huis hier rechts voor de bocht, wordt in dit jaar gebouwd voor de hellingbaas. Hij heeft het namelijk erg druk. En toch voorzie ik problemen in de komende jaren. En ik voorspel dan ook dat hij binnen 15 jaar failliet zal gaan. Ik fluister hem dan ook in dat hij over moet stappen op werken met ijzer, maar hij is eigenwijs. ‘Hout zinkt niet!’, roept hij. En ja… je snapt dus wel hoe dat voor hem afloopt…
Terug naar de huidige tijd. We kijken nog even naar de huizen aan de overkant van het water. Helemaal op de hoek staat een huis dat uitkijkt op de huidige witte sluis van Terherne. Weet je nog dat ik het had over nóg een kroeg, op een andere uithoek van Terherne? Die stond op die plek. Op een uithoek van Terherne. Het is zo rond 1853 geweest dat deze kroeg een nieuwe naam moest krijgen, omdat zijn huidige naam ‘Brette Poask’ refereerde aan de scheldnaam voor Terhernsters. De kroegbaas vernoemde zijn kroeg naar een andere uithoek van de wereld, waar in die tijd een oorlog woedde: De Krim.
De Krim dus, vernoemd naar een oorlog. Eerst een kroeg en later een boerderij. Deze boerderij brandde af rond de jaren zestig van de vorige eeuw. Hier kreeg het toerisme ook een andere vorm. In de half afgebrande en opgeruimde schuur ontstond een camping, er werd gekampeerd.
Het witte huis aan de overkant is een sluiswachterswoning. Er was hier nog een keersluis, voor stormachtig weer, waar deze woning bij hoorde. Er is hier veel gebeurd op deze plek. Want voordat dit punt van Terherne het economische zwaartepunt werd, kende Terherne al industrie. Op de plek van kroeg De Krim, en later de afgebrande kampeerboerderij, stonden daarvoor heuse kalkovens. Mijn herinnering geeft aan dat dit tussen 1600 en 1840 is geweest. Dit schiereiland was daarvoor een strategische plek, want er konden gemakkelijk turf en schelpen aangevoerd worden. Er stonden hier 2 of 3 kalkovens. Met schelpenkalk werden huizen gemetseld en zo is het witte huis aan de overkant ook een leshuis geweest om de gebrande kalk te blussen (ook wel lessen genoemd). Dit verklaart ook de lange vorm van het huis. Het huis heeft dus meerdere functies gehad. Het was een flinke industrie voor een plaatsje als Terherne, en door alle tijden heen gold dat aan de uiteinden van Terherne de belangrijkste bedrijven stonden. De vaarroutes waren leidend.
Oke, we draaien om. En lopen dezelfde weg terug richting botenstation, het begin- en eindpunt van de wandeltocht.
En daar sluiten we dan ook mee af. Want hier net voor ‘t Schippershuis is nog een stukje van de splitsing van ‘t Oude Far zichtbaar. Een oud stukje vaarroute, waarover duizenden schippers zijn gegaan. In welvarender tijden en in tijden van vreselijke armoede.
En hier, aan het einde van de route, vertel ik je het best bewaarde geheim van dit dorp: Er is namelijk geen verhaal, herinnering, laatste wens of geheim dat écht verloren gaat. Alles ligt opgeslagen, als in een eeuwig geheugen, in de wateren van Terherne. En dit oorspronkelijk stukje Far is waar ik ze vandaan heb en dat is waar ook jij altijd naar terug kunt gaan.
Wil je meer weten over de vergeten verhalen en de geschiedenis van Terherne? En zoek je de poort naar het verleden? Begin dan bij dit stukje water en zeg duidelijk mijn naam: Broer Sipkes. Dan help ik je op weg. Of bel de plaatselijke schilder en dorpshistoricus Theunis van der Meer.
Dit punt is onderdeel van de route 'It Paad Werom Terherne'. Klik hier om terug te gaan naar de route. Deze route start bij het grote parkeerterrein in het dorp, Koailan 2.