Een foto van Baukje Venema. Deze foto laat het Mirnserklif zien in Mirns en is uit een reeks van kunstwerken die bij de ijsbanen van de Iisbaankeunstrûte horen.
Mirns
vanaf jouw locatie
Paal 6: T-splitsing
Aktivieren Sie Cookies, um diesen Inhalt anzuzeigen.
Ja, want ook deze T-splitsing bestaat uit water! En het huis aan je rechterhand, met het ijzeren hek eromheen is in deze tijd een stokoud woonhuis met winkel dat is omringd is met vaarten. Al die vaarten hebben ook allemaal weer vertakkingen. En ook hier, gaat al het verkeer via het water. Wat een unieke plek om te wonen midden op dit knooppunt! Terherne als klein Venetië. Het oude woonhuis met winkel op deze hoek brandt af in 1920. Daarna wordt dit woonhuis gebouwd.
Kom, we steken over, naar de kerk aan de overkant, de Vermaning, en in het Fries De Fermanje.
We gaan terug naar 1870, de tijd waarin weldoener Dornseiffen predikt. In Terherne is geen grote kerkenstrijd. De beide dominees van de beide kerken werken samen. Links zie je een gedenknaald staan, die postuum in 1922 door de gezamenlijke Friese Schippers is opgericht voor dominee Dornseiffen. Dit krijgt hij als waardering voor het oprichten van het Schoolfonds voor Schipperskinderen, waar ik je eerder over vertelde.
Oke, we gaan verder. Steek maar weer over en loop maar weer langs de supermarkt, richting de brug. We komen hier nog door een stukje ‘Buorren’. Het is hier sterk veranderd. Je weet inmiddels dat Terherne als klein Venetië is in deze tijd. Tussen deze oude huisjes, links en rechts van ons, zie je kleine en smalle steegjes. De steegjes zijn en waren ouder dan de huisjes die gebouwd zijn. Alle steegjes liepen naar het water. Als er in deze tijd drones zouden zijn, zou je prachtige beelden zien van kleine postzegeltjes grond, omringd met water. Met aan het water kleine huisjes. Wacht, we stoppen even net vóór de Pizzeria. Het pand met de gele stenen en het groene haagje. Kijk eens om je heen. Deze Buorren, het centrum van het dorp is pas na 1876 ontstaan. Het begon met een heel smal weggetje, waar nog geen auto langs kon. Er moesten er verscheidene huisjes weggebroken worden om een straatje aan te kunnen leggen.
Als we vóór de pizzeria rechts in de ‘gloppe’ lopen, zien we aan het einde het huisje waar ‘Ferhoalen Herntsje’, oftewel Verborgen Hoekje staat. Er staat hier een groepje met kleine oude huisjes. Hier woonden allemaal schippers. We lopen terug naar de weg en vervolgen onze weg naar de brug. Bij de bankjes naast de brug, staat het volgende paaltje.
Het dorp Scharsterbrug en de brug over de Scharster-Rijn waren belangrijk voor de Duitse verdedigers. Beide lagen op de weg naar Lemmer waar honderden Duitse militairen per schip hoopten te kunnen ontkomen naar Noord-Holland. In korte tijd werd er tweemaal gevochten in Scharsterbrug.
Op 9 april probeerden 13 mannen van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.) van Doniawerstal de brug in Scharsterbrug te veroveren op een tiental Duitse bewakers. De Duitsers werden overmeesterd waarbij één van hen werd neergeschoten. De N.B.S. dacht hij gedood was, maar dat bleek anders te zijn toen uitgerekend hij er in slaagde om een andere groep Duitsers te waarschuwen.
Deze groep bevond zich op een nabijgelegen patrouilleboot. Met de zware wapens van deze boot openden de Duitsers vervolgens het vuur. De N.B.S.’ers zagen daardoor geen kans meer om de brug definitief te veroveren en trokken zich terug. Door het Duitse vuur vielen in het dorp verschillende slachtoffers. Waaronder één dode. In de dagen daarna was het dorp toneel van colonnes Duitse soldaten die zich richting Lemmer terugtrokken met als doel om van daaruit de oversteek naar Noord-Holland te maken. Scharsterbrug was voor de Duitsers in deze dagen dus erg belangrijk.Op 15 april waren de Canadezen zo dichtbij dat de Duitsers besloten om de brug op te blazen. Maar zij trokken zich daarna niet terug. De Scharster-Rijn was één van de laatste belangrijke hindernissen op weg naar Lemmer. En in Lemmer bevonden zich nog enkele honderden Duitsers die naar Noord-Holland wilden. Het dorp moest dus verdedigd worden.
De eerste confrontatie met de Canadezen vond al die dag plaats.
Joure was zonder slag of stoot bevrijd. In een poging om een zuidelijke route naar Sneek te vinden stuitten 7th Reconnaissance Regiment Duke of York’s Royal Canadian Hussars op de opgeblazen brug in Scharsterbrug. De Duitsers namen de Canadezen onder vuur. De Canadezen maakten echter korte metten met de Duitsers aan hun kant van het water en trokken zich daarna terug.
De resterende Duitsers verschansten zich in de Hollandia zuivelfabriek, enkele huizen en boerderijen en in schuttersputjes langs de weg. Hier hadden ze een goed uitzicht op de weg naar Joure. Het lokale verzet speelde een belangrijke rol bij het verkennen van de Duitse posities. Hierbij kwam één van hen, Richard Jung, om het leven.
Nadat was vastgesteld dat de Duitsers zich ook in de Hollandia fabriek bevonden, openden de Canadezen op 16 april het vuur met mortieren en geschut. De rest van de dag werd er over en weer geschoten. Twee voertuigen van de Cameron Highlanders of Ottawa werden geraakt door een stuk luchtafweergeschut. Daarbij raakten vier Canadezen gewond. Daarna maakte een aanval van het Régiment de la Chaudière een einde aan de Duitse tegenstand in Scharsterbrug. Hierbij sneuvelde Lance Corporal Lucien Potvin.
Na de strijd was er geen sprake van een feeststemming in het dorp. De aanblik op Scharsterbrug na de gevechten was vreselijk. De destijds zesjarige Otto Haitsma herinnerde zich: ‘kapot geschoten huizen, smeulende resten van stallen en boerderijen, zwartgeblakerde opgezwollen dode koeien en paarden met opengesperde ogen en vlakbij de melkfabriek een hoop lichamen zonder armen of benen en weggeschoten hoofden in bloed doordrenkte flarden van uniformen’.
De bevrijding van Scharsterbrug opende de weg naar Lemmer. De Canadese engineers bouwden op 17 april een Bailey brug naast de verwoeste brug. Lemmer kon dezelfde dag worden bevrijd.